
Misschien zijn er meer AX rijders die hier plezier in zien en misschien wel een keer mee willen slalommen


Hier een uitleg (komt uit de autoweek van tijd geleden...):
'Autoslalom' bestaat niet
Allereerst een bekentenis. Slalomrijden met auto's ís wel 'auto slalom', maar het heet in Nederland officieel 'behendigheidswedstrijden'. Die term zou je echter op het verkeerde been kunnen zetten. Behendigheid heb je namelijk overal en altijd nodig, tot in de Formule 1 toe. En kunststukjes zoals 'achteruit-een-garage- insteken' en een 'à-cheval-finish' komen bij autoslaloms al tien tallen jaren niet meer voor.
Autoslalom is gewoon een snelheidssport, maar dat hoeft niemand kopschuw te maken. Naar mijn beste weten is er nog nooit iemand echt gewond geraakt, al biedt dat natuurlijk geen garantie voor de toekomst. In elk geval is de kans op blessures oneindig veel kleiner dan bijvoorbeeld bij balsporten of wielrennen. Autoslalom is dan wel een snelheidssport, maar dan een héél veilige.
Autoslalom is echte autosport
Weet u hoe een skislalom in zijn werk gaat? Een autoslalom is net zoiets, maar dan met auto's in plaats van met ski's, en op 'plat' in plaats van op een helling. Bij autoslalom gaat het primair om snelheid, waarbij uiteraard het juiste parcours dient te worden gevolgd; niet voort niets wordt autoslalom ook wel 'postzegelracen' genoemd. Om in ski-termen te blijven: het snelheidsverschil tussen racen en slalommen is ongeveer net zo groot als het snelheids verschil tussen een ski-afdaling en een ski-slalom. Maar in beide gevallen gaat het er gewoon om dat de rapste deelnemer wint.
Autoslalom is keihard werken
Zeer globaal beschouwd is een slalomparcours ongeveer één kilometer lang en kan in ongeveer één minuut worden afgelegd. De gemiddelde snelheid bedraagt dus zo'n 60 kilometer per uur. Niet veel, zegt u? Realiseert u zich dan, dat dit inclusief de staande start is en dat de rijder vrijwel nergens aan rechtuitrijden toekomt. Rechtuitrijden is voor luie mensen en bovendien is dat geen kunst. Autoslalom is dat wel. Een goed uitgezet slalomparcours is één en al bocht - en dan niet van dat saaie links-rechts-links-rechts-gedoe dat je vaak in autotests ziet, maar met afwisselend snelle en langzame bochten. Want autoslalom is vóór alles keihard werken.
Alle begin is moeilijk, en wie wil rennen moet eerst leren lopen. Dat geldt zeker voor een sport als dit. Autoslalom ziet er op een afstand relatief gemakkelijk uit, maar dat valt in de praktijk behoorlijk tegen! Net als iedere andere sport is dit een echt specialisme waarop alleen echte specialisten kunnen scoren. En specialist word je niet zomaar.
De baan
Voor een autoslom is vlak asfalt nodig. Dat vind je op Zandvoort, een kartciruit of een speedway-circuit, maar in principe ook op een afgesloten stuk openbare weg of zelfs een uit de kluiten gewassen parkeerplaats. De baan wordt uitgezet met behulp van pilonnen zoals wegwerkers die ook gebruiken. Rode pilonnen moeten 'rechts' worden gehouden, witte pilonnen 'links'. Er is een officieel reglement, dat losjes wordt nagevolgd. In de praktijk is het namelijk veel logischer en ook aantrekkelijker om gebruik te maken van natuurlijke obstakels. Bij een circuit of een afgesloten stuk openbare weg zijn dat de 'voorgeprogrammeerde' bochten, bij grote parkeerplaatsen de lantaarnpalen en de stoepranden waarmee je als slalommer liever niet te maken krijgt. Wie onderweg een pilon raakt, krijgt voor die 'run' vijf seconden straftijd aan zijn broek (zoals je bij een Grand Prix een stop-and-go-penalty krijgt voor het missen van een chicane). De tijdwaarneming verloopt elektronisch op éénhonderste seconde nauwkeurig, hetgeen vaak ook hard nodig is. De start vindt plaats door middel van een reeks dovende lichten (ook weer: net als bij een Grand Prix).
In 2000 vonden alle op 'nationaal' niveau verreden slaloms plaats op het Midland-circuit te Lelystad, een fantastisch mooie speed waybaan-annex-kartcircuit waar door het grote aantal natuurlijke bochten pilonnen amper nog nodig zijn.
Level 1
Allereerst moet je proberen om het uitgezette parcours foutloos af te leggen. Dat wil zeggen: de aangegeven route volgen en de pi lonnen laten staan. Wanneer je de auto al te langzaam door de bochten laat 'rollen', moet je je suf sturen om geen pilonnen te raken. Dát alleen al is voor vele beginners voldoende aanleiding om de handdoek in de ring te gooien. 'Dit gepriegel heeft toch niets met snelheid te maken,' zeggen zij. Dat klopt. Daarom gaan de doorzetters door naar level 2.
Level 2
Bijna ongemerkt gaat het tijdens iedere 'run' een stukje sneller. Dan breekt het moment aan waarop de auto de aan de voorzijde zijdelings begint weg te schuiven. Dit verschijnsel zou iedere automobilist moeten meemaken. Op de openbare weg is dat meestal best eng, omdat het altijd onverwacht gebeurt en een ongeluk zó gemaakt is. Hier laat je het expres gebeuren - niks eng dus, eerder opwindend. Iedere auto begint met 'onderstuur'; dat is het over de voorwielen heen rechtdoor schuiven van de voorkant van de auto. De argeloze en geschrokken automobilist hoeft dan niets anders te doen dan zijn stuur vasthouden; de auto komt namelijk vanzelf weer in het gareel. Een slalommer kan onderstuur echter missen als kiespijn. Het dwingt tot nóg scherper insturen en dus nóg harder werken, terwijl al dat geschuif alleen maar ten koste gaat van de snelheid. Ga daarom snel door naar level 3.
Level 3
Op een circuit zijn er géén voetgangers, fietsers of tegenliggers. Dus betrek je op een gegeven moment ook je rechtervoet in het spel der krachten. Je bent immers aan een wedstrijd bezig? Schrik niet, wanneer ineens ook de achterkant van je auto 'wegstapt'. Wat je op de gewone weg altijd hebt proberen te vermijden, komt nu goed uit. Die enigszins wegglijdende achterkant heeft namelijk een meesturend effect, zodat je minder hard aan het stuurwiel hoeft te draaien om een bocht door te komen. De auto heeft zodoende een deel van het zware stuurwerk overgenomen.
Slalommen scherpt de reflexen! Zo kan je geleidelijk je grenzen verleggen zonder dat iemand enig gevaar loopt. Terzijde: wie er in dit stadium nog geen plezier in heeft kan beter stoppen. De overigen gaan door naar level 4.
Level 4
Het is nu tijd om je bezig te houden met andere en leukere aspecten van het autorijden, zoals het volgen van de 'ideale lijn'. In principe geldt voor iedere bocht 'buiten-binnen-buiten', maar bij een combinatie van bochten (en slalom is één grote combinatie van bochten) ligt dat een stuk ingewikkelder. Al lerende ga je als vanzelf steeds sneller rond. Luister dan goed naar de motor, want bij grote haast heb je écht geen tijd meer om naar de toerenteller te kijken. Maar pas op! Het blijft autosport, dus wie overmoedig wordt krijgt de vroeg of laat rekening gepresenteerd. Doorgaan naar level 5.
Level 5
Eindelijk heb je 'op ervaring' een goede balans gevonden: ongeveer midden tussen overstuur en onderstuur met (naar smaak) een lichte neiging naar overstuur of onderstuur. Wie de zaak overdrijft door de auto van achteren teveel te laten uitbreken, moet teveel tegensturen en verliest dus een hoop. Zowel op de gewone weg als in de autosport geldt het principe, dat een auto strak en zo 'rustig' mogelijk (dus zonder overdreven lastwisselingen tussen voor- en achteras en/of linker- en rechterwiel) moet worden gereden. De één doet er één wedstrijd over om dit niveau te bereiken, een ander misschien een heel seizoen. Maar dan ben je ook helemaal klaar om 'voor een tijd te gaan'.
Over auto's
Welke auto is voor een beginnend slalommer geschikt? Alles tussen een 'Amerikaan' en een lelijke eend voldoet, maar het best is een kleine middenklasser met een beetje pittige benzinemotor van 1300- 2000 cc. Verder is alleen nog maar een geldig rijbewijs en een goede helm nodig om te kunnen rijden.
Iedere wedstrijdauto wordt vooraf onderworpen aan een technische keuring (ook op geluid) en wordt vervolgens voorzien van een startnummer. De sfeer bij een autoslalom is ouderwets ontspannen, heel anders dan in de 'professionele' autosport. De belangen zijn dan ook niet zo groot. Officiële protesten komen in de praktijk niet voor.
Wie niet wil, hoeft aan zijn auto maar weinig te prepareren.
- Verhoog de bandenspanning rondom met 0,5 bar.
- Verwijder alle los in het interieur en de kofferbak rondslingerende zaken.
- Plak de accupolen met tape af.
- Zorg voor voldoende olie in de motor (tussen 'halverwege' en 'driekwart' is goed).
- Zorg voor voldoende benzine in de tank (minimaal 15 liter).
Over afdelingen en klassen
Aan een autoslalom doen zo'n 40-60 deelnemers mee. Deze mogen in principe met ieder soort auto aan de start komen. Daarbij probeert de organisatie om zoveel mogelijk gelijkwaardige auto's 'direct' tegen elkaar te laten rijden. Zo zijn er drie afdelingen:
Afdeling 1 staat open voor toerwagens en GT's in showroom-conditie. Deze auto's moeten op normale straatbanden staan. Leeggehaalde interieurs en overmaatse wielen zijn verboden.
Afdeling 2 is bedoeld voor opgevoerde toerwagens en GT's. 'Opgevoerd' begint al, zoals hierboven al aangegeven, bij het verbreden van de wielen en het kaalplukken van het interieur. Wie met zijn straatauto op slicks wil rijden (een geweldige ervaring voor wie dat nooit heeft gevoeld), komt dus in deze afdeling terecht.
Afdeling 3 is bedoeld voor alles wat niet onder afdeling 1 of 2 valt - tot heuse formule-auto's toe. De enige technische eis waaraan deze 'specials' moeten voldoen is, dat ze veilig zijn geprepareerd en dat het om echte auto's gaat (en niet om karts of zo). Zo kun je met een op Zandvoort afgetrapte Formule Ford en de nodige stuurmanskunst al behoorlijk vooraan meerijden!
Iedere afdeling is onderverdeeld in vier klassen: 1) toerwagens minder dan 1300 cc, 2) toerwagens 1300-1600 cc, 3) toerwagens meer dan 1600 cc en 4) GT's en aanverwante artikelen. Aan het eind van de dag zijn er voor de twaalf klassewinnaars bekers en applaus.
Over geld
Een beginner (een niet-lid dus) betaalt 20 euro voor een daglicentie plus de verplichte WA-verzekering (want uw eigen verzekering trapt hier natuurlijk niet in) plus de eerste drie ´starts´. Een lid betaalt hiervoor 13 euro, dus recidivisten kunnen beter lid worden. Iedere daaropvolgende start kost 3 euro - een koopje, want normaal gesproken ben je na tien tot twaalf starts wel uitgeteld. Een dagje slalommen kost dus ongeveer net zo veel als een avondje stappen (zeker nu de bierprijs ook omhoog is gegaan...). De geldstroom binnen deze sport is hiermee minimaal. Dat komt vooral doordat de sport tamelijk onbekend is en sponsors de weg naar autoslalom niet weten te vinden. Dat mag naar mijn persoonlijke mening wel zo blijven. Dat houdt de sport betaalbaar voor mensen, die naast hun drukke baan en gezinsverplichtingen pretentieloos aan autosport willen doen.
Een niet al te overmoedige beginner kan heel goed met zijn dage lijks vervoermiddel zijn eerste slalomseizoen afwerken, voordat hij misschien op iets snellers overstapt.
Kortom: de instapdrempel is absurd laag. Bij zowel bij de rijders als het rijdend materiaal is sprake van weinig doorstroming, omdat de prijs-/kwaliteitverhouding buitengewoon gunstig is. Een auto die in de racerij na twee jaar 'outdated' is geraakt, is in de autoslalom nagenoeg onbeperkt houdbaar. Voor wie geen brokken maakt en een beetje technisch gevoel heeft, is eigenlijk maar één steeds terugkerende kostenpost van belang. Voor autoslalom-op- niveau heb je namelijk boterzachte 'slicks' nodig die, zeker onder relatief zware auto's, aardig snel plegen te slijten. Er zijn ech ter ook rijders die vijf jaar met één set doen en toch hard gaan.
Wie meedoet is een winnaar
Wie een seizoen autoslalom beoefent, wordt 'op de gewone weg' in rijtechnisch opzicht een kei van een chauffeur. Ooit een antislip cursus gedaan? Autoslalom geeft hetzelfde gevoel van voldoening, maar dan erger. Want op de baan leer je perfect omgaan met álles wat op straat fout zou kunnen gaan. Het bewijs? Zoals in het verleden overvloedig bewezen kunnen 'doorgestroomde' ex-slalommers zich in andere takken van autosport altijd prima redden. Autoslalom is dus óók een sportief getinte autorijschool voor gevorderden! Wie meedoet is winnaar!